In 2018 zijn de contouren geschetst voor een nieuwe gedachte. Een manier om mensen te kunnen blijven volgen nadat ze een periode vanuit het wijkteam zijn ondersteund. Deze gedachte is omgezet in de pilot Waakvlam.
 
Met de pilot waakvlam zijn we in het wijkteam inmiddels een paar maanden onderweg. In deze proef kijken we naar echte praktijksituaties. De wijkteammedewerker geeft aan het eind van de half jaar durende ondersteuning aan dat er nog meer of iets anders nodig is om de ondersteuning af te sluiten. In dit waakvlamtraject kijken we samen met de cliënt wat dan nodig is om uiteindelijk deze ondersteuning op een goede manier af te sluiten of in lichte vorm voort te zetten. Van deze laatste variant, waar de ondersteuner nog af en toe beschikbaar is voor de cliënt, hebben we nog te weinig voorbeelden. We zijn helaas nog te kort bezig om iets over het effect iets te kunnen zeggen.

Nauwe samenwerking met welzijn
We merken wel dat de nauwe samenwerking met WMO Radar in Delfshaven (welzijnspartij) goed is voor een succesvolle toeleiding naar het wijknetwerk. De individuele toeleiding naar collectieve voorzieningen en het besteden van tijd en aandacht door zowel wijkteammedewerker als welzijnsmedewerker aan wat de cliënt helpt vanuit het aanbod, lijkt in de eerste drie maanden al echt iets op te leveren.
 
Zes maanden te kort
De periode van zes maanden die het wijkteam kan bieden is vaak te kort om na het aanpakken van een complexe hulpvraag ook nog te werken aan het voorkomen van nieuwe problemen in de toekomst. In een waakvlamtraject hebben medewerkers van het wijkteam meer handen vrij om hieraan te werken. Dit werkt preventief waardoor mensen zich niet opnieuw aanmelden bij het wijkteam.
 
Op zoek naar meer waakvlam-plekken
De waakvlam is nu nog een pilot. We zoeken nog een medewerker in Alexander of Delfshaven die twee of drie waakvlamtrajecten wil gaan inzetten bij cliënten uit hun huidige caseload.

Belangstellenden kunnen zich via het adres van MEE melden bij Andrea Stierman.